De heilige
Benedictus (
480-
547) wordt algemeen beschouwd als vader van het kloosterleven in de
Latijnse Kerk. Hij werd geboren in
Nursia, het huidige
Italiaanse Norcia in de buurt van
Perugia. Al op veertienjarige leeftijd sloot hij zich aan bij een groep
kluizenaars. Uiteindelijk belandde deze groep in
Subiaco, ten oosten van Rome, waar het klooster Santo Speco ontstond. Hij werd tot overste gekozen in
Vicovaro, maar was zo streng dat de monniken het benauwd kregen en zelfs probeerden hem te vermoorden door hem een gifbeker voor te zetten. Toen hij die echter zegende, brak de beker. Daarom wordt hij in de
kunst veelal afgebeeld met een beker in de hand waaruit een
slang tevoorschijn komt. Om dit soort conflicten in het vervolg te vermijden stichtte hij zijn eigen gemeenschap op de
Monte Cassino. Beroemde volgelingen waren onder andere de
Heilige Maurus en de Heilige Placidus.