Een
breuk in engere zin is de uitkomst (
quotiënt) van een deling van een
geheel getal door een ander geheel getal. Als deel van de breuk wordt het
deeltal als
teller aangeduid en de
deler als
noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen. Zo geeft in de breuk de teller 3 aan dat de breuk bestaat uit 3 delen ter grootte van de door de noemer 4 aangegeven delen .