De
Haagse conventie voor de bescherming van cultuurgoederen bij gewapende conflicten is een
volkenrechtelijk verdrag uit
1954. Het doel van dit verdrag is de
cultuurbescherming tijdens gewapende conflicten waar het de culturele erfgoederen moet beschermen tegen bijvoorbeeld beschadiging, plundering en wederrechtelijke inbeslagname. Dit kan betrekking hebben op zowel onroerende als roerende goederen die een prominente plaats innemen in het cultureel erfgoed van een volk. Voorbeelden van roerende zaken zijn
schilderijen, beelden, archeologische vondsten, boeken en
manuscripten. Bij onroerende goederen betreft het onder meer gebouwen en landschappen met een grote culturele waarde. Ook locaties die het collectieve geheugen en bewustzijn van de cultuur proberen te bevorderen of te behouden vallen onder dit verdrag.