In het gewone spraakgebruik verstaan we onder de
dimensies (van het Latijn:
afmeting) van een voorwerp de parameters waarmee z'n vorm en afmetingen worden vastgelegd. Gewoonlijk zijn dat
lengte,
breedte en
hoogte. In de
wiskunde zijn de
dimensies van een ruimte de parameters waarmee een element van die ruimte wordt beschreven. Onder de
dimensie van die ruimte zelf verstaan we het aantal van die parameters. In de
natuurkunde wordt met de
dimensie van een
grootheid de categorie verstaan waartoe die grootheid behoort. Zo onderscheidt men de dimensies
lengte,
tijd,
massa,
temperatuur, enz.