De
Dorische orde is ongetwijfeld de oudste van de drie bekendste
bouworden uit de
Griekse oudheid (de andere zijn de
Ionische en de
Korinthische orde). De Dorische orde begon zich te ontwikkelen in de zevende eeuw v.Chr., en heeft als meest typische kenmerk de Dorische
zuil. Deze is zeer statig en strak (zoals de
Doriërs geacht werden te zijn), slechts 5 à 6 modulen hoog (de "modulus" is de diameter van de zuil aan de basis: alle afmetingen van het gebouw zijn te herleiden tot een breuk of veelvoud van deze modulus), met 16 à 24
cannelures die met een scherpe naad op elkaar aansluiten. Bovenaan heeft de Dorische zuil een eenvoudig
kapiteel bestaande uit een vierkante dekplaat (
abacus) en een rond "kussen" (
echinus). Dit kapiteel werd daarom een
kussenkapiteel genoemd.