In de
informatica is
functioneel programmeren een
programmeerstijl en een van de drie
programmeerparadigma's. Hierbij wordt de informatieverwerking in de vorm van
functies uitgedrukt, vergelijkbaar met
wiskundige functies. Bij deze stijl dienen (liefst alle) wijzigingen van
variabelen buiten de functie (de zogenaamde "
neveneffecten") en het opslaan van
programmatoestand en wijzigbare variabelen vermeden te worden. Variabelen met als bedoeling accumulator, teller, globale of control variabele zijn uit den boze.
Voorbeelden van meer of minder zuivere
programmeertalen voor functioneel programmeren zijn
APL,
Erlang, F♯,
Haskell,
Lisp,
ML,
Scala en
Scheme, waarvan Haskell de puurste is.