De
gelijkzwevende stemming of
evenredig zwevende temperatuur is, voor instrumenten met vaste stemming, en voor de in het Westen gebruikelijkste
stemming in 12 tonen per
octaaf, een specifieke keuze voor de afstanden tussen die tonen. Het octaaf met zijn frequentieverhouding van 2 wordt hierbij in 12 precies even grote afstanden verdeeld, of anders gezegd: de verhouding van de frequenties van twee opeenvolgende halve tonen is steeds precies dezelfde (en is dus gelijk aan , de twaalfdemachtswortel van twee). Behalve voor een octaaf zijn de
intervallen dan echter nooit gelijk aan de rein klinkende verhoudingen. Deze laatste zijn verhoudingen van kleine natuurlijke getallen (zoals 3/2 voor een kwint en 5/4 voor een grote terts). Niet rein betekent vals. Dat is dan voor gelijknamige intervallen wel altijd even
vals, vandaar de naam
evenredig zwevende stemming. Gelukkig is die afwijking voor de kwint - het belangrijkste interval na het octaaf - erg beperkt, althans in een systeem met 12 tonen. Voordeel van deze stemming is, dat ze even (weinig) vals blijft klinken als er op een andere
toonsoort wordt overgegaan. Kort samengevat is het een compromisoplossing om in alle twaalf
toonsoorten even (weinig) vals te klinken.