Een
gloeilamp produceert licht uit elektriciteit door een
gloeidraad of filament in een zuurstof-arme glazen bol door middel van een elektrische stroom te verhitten tot een zeer hoge temperatuur. Zodra de gloeilamp op een geschikte
spanningsbron wordt aangesloten gaat door de gloeidraad een stroom lopen, waardoor deze zo sterk wordt verhit dat deze licht gaat uitzenden. De gloeidraad bestaat uit het
overgangsmetaal wolfraam dat een zeer hoge smelttemperatuur kent. Omdat wolfraam een moeilijk te delven en te bewerken metaal is, werden in de begintijd van de gloeilamp eerst andere materialen gebruikt, zoals
koolstof (afkomstig van
bamboe,
zijde of
cellulose), of andere metalen, zoals
platina of
osmium. Lampen met een koolstof gloeidraad (de zogenaamde kooldraadlampen) worden nog op bescheiden schaal geproduceerd voor decoratieve doeleinden, maar hebben een zeer slecht
rendement.
Philips heeft in
2007 zijn laatste kooldraadlampenmachine in
Weert stopgezet.