Een
hartinfarct (medisch:
myocardinfarct, van
myocard en
infarct), in de volksmond
hartaanval genoemd, is het afsterven van een deel van de
hartspier door onderbreking van de bloedtoevoer ervan door de
kransslagaderen. Als verzamelnaam van myocardinfarct en instabiele
angina pectoris wordt wel de term
acuut coronair syndroom gebruikt. Een hartinfarct kan leiden tot
hartfalen, sterfte of levensbedreigende ritmestoornissen. Een hartaanval ontstaat vrijwel altijd doordat zich op de plaats van een
atherosclerotische plaque in een kransslagader een
bloedstolsel ofwel een bloedpropje vormt waardoor de toevoer van bloed, die voordien al geringer was, nu opeens helemaal wordt afgesneden. Zeldzame oorzaken van een afsluiting van een kransvat en dus een hartinfarct zijn: een
dissectie van de wand van het kransvat, embolisatie van een stolsel (trombus) vanuit de linker
hartkamer of
vasculitis van een kransvat.