De
Javasche Bank, opgericht in 1828, functioneerde als circulatiebank voor
Nederlands-Indië tot de soevereiniteitsoverdracht naar
Indonesië in 1949. Het hoofdkantoor werd gevestigd in
Batavia (nu
Jakarta). De Javasche Bank werd de circulatiebank voor de Republiek Indonesië en werd genationaliseerd in 1953. In 1951 was de bank reeds overgenomen door de Indonesische regering. In 1953 werd ze de centrale bank van Indonesië en de naam werd aanvankelijk veranderd in
Bank Nasional Indonesia (BNI) en thans heet de centrale bank
Bank Indonesia (BI). In 1891 werd het kantoor van de Javasche Bank te
Amsterdam geopend, dat in 1922 werd omgezet in de
Bijbank Javasche Bank, ook wel de
Javasche Bank Nederland genoemd. Later werd er ook nog een kantoor in
New York geopend. De Javasche Bank had zestien kantoren in Nederlands-Indië, te weten in de plaatsen (huidige spelling)
Bandung,
Cirebon,
Semarang,
Jogjakarta,
Surakarta,
Soerabaja,
Malang,
Kediri,
Banda Atjeh,
Medan,
Padang,
Palembang,
Banjarmasin,
Pontianak, Makassar en
Manado.