De
Kitan of
Khitan (
Qidan) was een proto-Mongools volk die over een groot deel van
Mantsjoerije heerste en in de Chinese geschiedenis werd geclassificeerd als een etnische groep van de
Toengoezen (東胡族; dōnghúzú). De Kitan ontstonden uit de Yuwen clan van de
Xianbei; een etnische groep die leefde in een gebied dat nu de Chinese provincies
Liaoning en
Jilin omvat. Nadat hun gebied was veroverd door de
Murong clan, verspreiden degenen die overbleven zich over gebieden in
Binnen-Mongolië en vermengden zich daar met de traditionele Mongoolse bevolkingsgroepen. Vanaf het midden van de
6e eeuw werden ze als apart volk aangeduid, omdat ze vanaf toen belasting moesten betalen aan de
Noordelijke Wei-dynastie. De meeste
Han-Chinezen vonden het volk barbaars, door hun wreedheid en vreemde gewoontes.