De
Oost-Duitse mark, in het
Duits Mark der DDR en met name in de
Bondsrepubliek Ostmark genoemd, was de officiële munteenheid van de
DDR. De munt werd in het buitenland afgekort met DDM. 1 mark was 100 pfennig. Er waren munten van 1, 5, 10, 20 en 50 pfennig en van 1 en 2 mark, en bankbiljetten van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 mark. Als voorbereiding op de
Duitse hereniging werd op
1 juli 1990 de Mark der DDR als wettig betaalmiddel
vervangen door de D-mark tegen een koers van 1:1 (hoewel de reële waarde van de DDR-Mark maar een fractie was van die van de D-Mark).