Een
oppervlak in de driedimensionale
meetkunde kan intuïtief worden gezien als een ruimtelijk object waarop men in twee onafhankelijke richtingen kan bewegen, zoals op een boloppervlak. Dit in tegenstelling tot een lijn, waar men slechts één bewegingsrichting heeft, namelijk langsheen de lijn zelf. De twee vrijheidsgraden die een oppervlak biedt kunnen concreet worden bekomen door het oppervlak te beschrijven door middel van drie coördinaten
x,
y en
z die elk van twee paramaters afhangen. Een andere mogelijkheid is één vergelijking op te leggen aan deze drie coördinaten. Bekende oppervlakken zijn een
vlak en de
kwadrieken.