Pepijn (of
Pippijn) (
Jupille-sur-Meuse,
714 -
Saint-Denis,
24 september 768),
de Korte of
de Jongere genaamd, was vanaf
741 hofmeier en vanaf
751 tot zijn dood de eerste
koning der Franken uit het
Karolingische huis. Hij was een zoon van
Karel Martel en
Rotrude van Trier. Hij trouwde met
Bertrada van Laon, dochter van
Charibert van Laon. In 741 volgden hij en zijn broer
Carloman hun vader op als
hofmeier en
de facto heersers van het koninkrijk tijdens een
interregnum (737-743). Na de pensionering van Carloman in 747 verkreeg Pepijn de toestemming van
paus Zacharias om de laatste koning van de
Merovingen,
Childerik III, af te zetten en de troon aan te nemen in 752. Omdat hij was genoemd naar zijn grootvader,
Pepijn van Herstal, die op zijn beurt ook genoemd is naar zijn grootvader,
Pepijn van Landen, beiden hofmeiers, wordt Pepijn de Korte ook wel genummerd als Pepijn III. Pepijn is de vader van
Karel de Grote. Hij is begraven in de
kathedraal van Saint-Denis.