Rebekka (Hebreeuws: "רבקה"
Rivkah) is een persoon die voorkomt in het Bijbelboek
Genesis van de
Hebreeuwse Bijbel, ze was de vrouw van
Isaak, en de moeder van
Jakob en
Esau. Daarnaast was Rebekka de zus van
Laban, de vader van
Lea en
Rachel, de vrouwen van Rebekka's zoon Jakob.
Abraham, de vader van Isaak, heeft haar door zijn knecht uit zijn geboortestreek laten halen, zodat Isaak niet hoefde te trouwen met een vrouw uit
Kanaän, waar ze inmiddels woonden. De knecht was naar
Paddan-Aram gegaan en was met zijn 10 kamelen gestopt bij een waterput. Hij had besloten het meisje mee te nemen dat niet alleen hem maar ook de kamelen te drinken wilde geven. En dat werd Rebekka (Genesis 24).