Het
Soemerisch was de taal die gesproken werd door de
Soemeriërs, de bewoners van het zuidelijke deel van
Mesopotamië. Het is met geen enkele bekende taal verwant en geldt daarom als een
isolaat. Het was een
agglutinerende en
ergatieve taal die vanaf het vierde millennium tot ca. 2000 v.Chr. gesproken werd. Na ongeveer 2000 v.Chr. werd de taal verdrongen door een
Semitische taal, het
Akkadisch. Het Soemerisch bleef daarna echter nog wel in gebruik als cultuurtaal en voor de eredienst. Pas in de eerste eeuw v.Chr. kwam ook daar een eind aan, toen het
Aramees verdrongen werd door het Grieks en het
spijkerschrift in onbruik raakte. Vele generaties geleerden in Mesopotamië hebben zich daarom deze taal eigen moeten maken als onderdeel van hun opleiding. De bewaard gebleven woordenlijsten die voor dat doel gebruikt werden zijn van onschatbare waarde geweest voor het moderne wetenschappelijke onderzoek.