De
Staten van Holland, later de
Staten van Holland en West-Friesland geheten, vormden aanvankelijk een adviescollege van de
graaf van Holland en vanaf
de Opstand het hoogste bestuursorgaan van het gewest Holland en West-Friesland. In de
Zoen van Delft van
1428 is de eerste vermelding te vinden. Hierin werd de status van de Staten van Holland formeel bevestigd.