De
Upanishads (उपनिषद्,
Upanişad) zijn een onderdeel van de
hindoeïstische Shruti-geschriften. De oudste Upanishads behoren tot de Vedische geschriften. Zij komen voor bij elk van de vier
Veda's. Ze vormen als het ware een filosofisch aanhangsel bij de hymnen en voorschriften der Veda’s. Het woord Upanishad betekent letterlijk: ‘neerzitten bij’ en duidt op het zitten van de
leerling aan de voeten van de meester. Vandaar dat Upanishad ook onderrichting betekent. De onderrichtingen van de Upanishads zijn uitgewerkt in de
Vedanta filosofie. De Upanishaden worden ook wel gezien als een selectie uit de Brahmana's en specifiek daaruit de aranyaka's. Grofweg heeft men bij die selectie gekeken naar filosofische inhoud, maar niet alle filosofie uit de Brahmana's is in de Upanishaden terechtgekomen. Andersom is niet elk stuk upanishad filosofisch interessant. "Vrijheid - fysieke vrijheid, mentale vrijheid en geestelijke vrijheid - dat zijn de wachtwoorden van de Upanishads." (Swami Vivekananda).