De hypothese van een
Zonnenevel, ook wel de
Kant-Laplace-hypothese genoemd, is de op dit moment meest waarschijnlijk geachte verklaring voor het ontstaan van het
Zonnestelsel. De theorie werd bedacht door
Emanuel Swedenborg in 1734.
Immanuel Kant, die Swedenborgs werk kende, breidde de theorie in 1755 verder uit. Hij bedacht dat als
nevels en gaswolken langzaam
roteren, ze onherroepelijk samentrekken en platter worden onder hun eigen
gravitatiekracht, waardoor uiteindelijk de centrale
ster en
planeten van een zonnestelsel gevormd worden. Een vergelijkbaar model werd in 1796 voorgesteld door
Pierre-Simon Laplace. De twee modellen kunnen gezien worden als vroege modellen uit de
kosmologie.