Armoede is volgens de definitie van de
Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften. Zij ontstaat wanneer een persoon of een groep mensen onvoldoende betaal- en/of ruilmiddelen heeft om in de primaire levensbehoeften te kunnen voorzien. De
bestaansmiddelen hiervoor zijn wel aanwezig, maar ze kunnen als gevolg van schaarste onbetaalbaar worden. Primaire levensbehoeften omvatten zaken als
schoon en drinkbaar water,
voedsel,
kleding,
huisvesting en
gezondheidszorg. Zij gelden als noodzakelijk om een menswaardig leven te kunnen leiden. Deelnemen aan het sociale leven, degelijk
onderwijs en
ontspanning kunnen als secundaire levensbehoeften beschouwd worden. Het tegengestelde van armoede is
welstand. Het tegengestelde van
schaarste is overvloed. Het verschil tussen armoede en welstand wordt aangeduid door de
armoedegrens.