Bij de
cameravoering combineert de cameraman vijf variabelen om betekenis toe te kennen aan het beeld: het camerastandpunt, het kader of de begrenzing van het beeld, de scherpte en de
scherptediepte, de camerabeweging en de nabewerking van de film. De cameravoering is een onderdeel van de
beeldtaal en de opnametechniek.