Een
concerto grosso (
Italiaans voor "groot orkest"; meervoud
concerti grossi) is een compositie voor een
orkest, stammend uit de
17e en
18e eeuw, waarin gewoonlijk een groep van solo-instrumenten een prominent aandeel heeft. De solistengroep werd
concertino genoemd en de rest van het orkest
tutti of
tutto (of allen), de
ripieno. Een
concerto grosso is overigens zowel de aanduiding van een
ensemblegrootte als musiceer- en
componeervorm die zijn ontstaan vond in de
barokmuziek. De naam 'concerto grosso' ging geleidelijk ook over op de compositievorm voor deze 'concerterende' (in het Italiaans: 'in stile concertato') ensembles.