De
deltahoogte van een
waterkering is de vereiste hoogte zoals vastgesteld op grond van de
Deltawet die van kracht was tussen 1957 en 2005. In 2005 is de Deltawet opgegaan in de Wet op de waterkering, waarbij nieuwe vereiste dijkhoogtes zijn vastgesteld, die niet meer worden aangeduid als deltahoogte. De Deltawet en zijn opvolger stellen dezelfde eis, namelijk dat de
zeewering voldoende hoog en stevig is om tegen een bepaalde zeldzaam zware
stormvloed bestand te zijn. De zeldzaamheid (
normfrequentie) is op grond van kosten-baten overwegingen vastgesteld op eens per 10.000 jaar voor
Noord- en
Zuid-Holland, eens per 4000 jaar voor
Zeeland,
Texel,
Friesland en
Groningen, en eens per 2000 jaar voor de Friese Waddeneilanden.