De
laagconjunctuur is de neergaande fase in de
vrijemarkteconomie van de
conjunctuurbeweging. Deze kenmerkt zich door een hoge
werkloosheid, een geringe economische bedrijvigheid en een voorzichtige bestedingsneiging onder de
consumenten. Het tegenovergestelde is de
hoogconjunctuur. In geval van laagconjunctuur is de effectieve vraag kleiner dan de normale bezettingsgraad van de productie. Na een periode van laagconjunctuur volgt altijd weer een
hoogconjunctuur