Een
monocyt is een ronde of ovale
witte bloedcel (leukocyt) en is een deel van het
immuunsysteem van het menselijk lichaam. Het beschermt tegen in het bloed voorkomende ziekteverwekkers en verplaatst zich snel naar geïnfecteerde weefsels. Het is één van de vijf belangrijkste witte bloedcellen. Een monocyt is 12 tot 20
µm in diameter en groter dan een
rode bloedcel. Ze worden aangemaakt in het
beenmerg en zijn afkomstig van haematopoietische
stamcellen. Allereerst wordt een
monoblast gevormd, die zich verder ontwikkelt tot een promonocyt, waaruit vervolgens de monocyt ontstaat. De helft van de ongedifferentiëerde monocyten worden opgeslagen in de milt en de andere helft blijft twee tot drie dagen in het bloed zitten om vervolgens in een weefsel te gaan zitten waar de ongediferentiëerde monocyten zich afhankelijk van het weefsel differentiëren in verschillende
macrofagen.