Een
god of
godheid (geslachtsneutraal;
cfr. vrouwelijk
godin) is een
hypothetisch bovennatuurlijke entiteit die door gelovigen als machtig, bovenmenselijk wezen wordt aanbeden en verantwoordelijk wordt geacht voor bepaalde aspecten van de
werkelijkheid, dan wel voor de werkelijkheid als geheel. Goden kunnen geacht worden te leven op
aarde, met name in de
natuur, alsook in de
hemel of nog in het onderaardse of de
onderwereld. Het
geloof in goden is algemeen verbreid, maar godsdiensten (waarmee vaak één of meer
culturen verbonden zijn) verschillen in het aantal goden dat wordt aangenomen, de betekenis die zij eraan geven, en hun houding ten opzichte van eigen en andere god(en). De
monotheïstische religies, zoals
jodendom,
christendom en
islam, erkennen in principe slechts één god. In
polytheïstische religies, zoals de
Noordse of
Germaanse mythologie en het
hindoeïsme, zijn er vele (klassen van) goden (in India ook wel
deva's genoemd, en in West- en Noordwest-Europa
Asen,
Alven en
Wanen). Vaak worden zulke goden verbonden door een mythologische
genealogie. Het hindoeïsme is echter een voorbeeld waar goden als
incarnaties van elkaar gelden, zodat in feite een veelgodenverering gecombineerd kan worden met één universeel goddelijk principe dat zich in allen manifesteert. De
empirische wetenschap houdt doorgaans zich niet bezig met de vraag naar het bestaan van goden, omdat
metafysica buiten haar domein valt en het daarom
niet-overlappende magisteria (NOMA) zouden zijn; in de
filosofie en de
theologie wordt hierover wel gedebatteerd.