Patriciër of
Patricius in het
Latijn is oorspronkelijk de naam voor de leden van enkele
Romeinse geslachten. Men geloofde in het begin van de stichting dat de patriciërs de Romeinen waren die afstamden van Romulus, de legendarische stichter van het Romeinse rijk; het hoofd (
pater of
vader) van zo'n familie was lid van de
Senaat. Patriciërs waren met andere woorden dus leden van de Romeinse
adel, en die betekenis heeft het woord de dag van vandaag nog in vele landen. Lijnrecht tegenover de patriciërs staan de
plebejers of
het plebs. De benaming voor het geheel van alle patricische families tezamen is het
patriciaat.