De
schofthoogte of
schouderhoogte (ook wel de
stokmaat genoemd) is bij viervoeters de afstand tussen de grond en de
schoft, van het uiteinde van de voorpoot (bij paarden het 'voorbeen') tot aan de bovenrand van de
wervelkolom, ter hoogte van de
schouder. Deze maat wordt in het algemeen gebruikt om aan te geven welke hoogte een volgroeid exemplaar van een bepaalde
diersoort of huisdierras in principe moet kunnen bereiken. Meestal wordt de maat gebruikt voor beschrijving van een middelgroot tot groot vierpotig dan wel vierbenig landdier zoals een
hoefdier of een
roofdier,