Vezelgaren spinnen is het ineendraaien van losse
vezels tot
draad. Losse vezels van materialen als
wol,
vlas en
katoen zijn niet geschikt om mee te
weven,
naaien,
breien,
haken of
touw te slaan. Ze moeten daarom eerst tot bruikbare draden verwerkt worden. Echter het spinnen van een enkele draad maakt deze nog niet sterk genoeg om te gebruiken. Hiertoe moet deze verder bewerkt worden, bijvoorbeeld door te
twijnen. Twijnen is het om elkaar heen draaien van meerdere enkelvoudige draadjes, door een tegengestelde draaibeweging van de spintol of het spinnewiel. Pas dan is er een draad gecreëerd die geschikt is voor verdere verwerking. Indien de enkele draad is gemaakt van een dierlijk materiaal dat gemakkelijk
vervilt, kan men de enkele draad ook licht vilten. Deze is daarmee sterk genoeg voor verwerking, maar zal minder sterk zijn dan getwijnd garen.