subscript

A subscript or superscript is a number, figure, symbol, or indicator that is smaller than their normal line of type and is set slightly below or above it. Subscripts appear at or below the baseline, while superscripts are above. Subscripts and superscripts are perhaps best known for their use in formulas, mathematical expressions, and specifications of chemical compounds and isotopes, but have many other uses as well.

Die Hochstellung ist ein graphisches Gestaltungsmittel im Schriftsatz, bei dem Buchstaben oder Zahlen gegenüber dem normalen Text hochgestellt werden. Genauer gesagt ist sie ein Schriftattribut, das einem Zeichen eine besondere Position (erhöht gegenüber der Grundlinie) und Größe (in der Regel verkleinert) gibt.

Eine Tiefstellung (auch Subskript von engl. subscript) ist eine Zahl, ein Buchstabe, oder ein anderes Zeichen, das unterhalb der normalen Druckzeile geschrieben wird. Subskripte werden häufig in Formeln, mathematischen Ausdrücken oder Summenformeln von Molekülen benutzt. Allgemein bekannt ist die Summenformel von Wasser: H₂O. Typographisch werden Tiefstellungen mit einer tieferen Schriftlinie und einem kleineren Schriftgrad als der restliche Text ausgezeichnet. Bei dem oberen Beispiel der Summenformel von Wasser sollte die Zahl Zwei ungefähr zwei Drittel so groß wie das H und das O sein. In den meisten Textverarbeitungsprogrammen wird dies automatisch ausgeführt.

Een subscript is een teken dat lager dan de normale schrijfhoogte gezet wordt.

• In de wiskunde worden daarmee indices aangegeven: .
• In de chemie kan het aangeven hoeveel atomen van die atoomsoort zich in de moleculen bevinden bijvoorbeeld H₂O.

Een superscript (letterlijk: bovenschrift) is een teken dat boven de normale schrijfhoogte wordt geplaatst, gewoonlijk in een iets kleiner corps, 70 tot 90 procent van de normale tekstgrootte. Veel wetenschappen en andere vakgebieden hanteren conventies voor het gebruik van superscript. Voorbeelden:

• In een formule om een kwadraat of een andere macht aan te duiden, bijvoorbeeld:
  • E=mc² (uit Einsteins relativiteitstheorie)
  • 3⁷ = 2187
• In de beschrijving van subatomaire deeltjes om de elektrische lading aan te duiden, bijvoorbeeld:
  • De pionen p⁺, p^– en p⁰ (positief, negatief resp. neutraal)
  • Het elektron e^– en het positron e⁺
• In de scheikunde om isotopen van elkaar te onderscheiden
  • ¹⁴C is een radioactieve vorm van koolstof
  • ¹²C is de meest voorkomende, stabiele vorm van koolstof
• In de (wetenschappelijke) literatuur en om een voetnoot*, eindnoot¹ of referentie aan te geven

En typographie, on appelle exposant ou lettre supérieure toute notation typographique supérieure de moindre corps placée à droite d'un autre caractère (symétrique de l'indice). Elle permet d'indiquer des notes de bas de page, des opérations exposant en mathématiques, la charge électrique d'un ion en chimie, ou diverses abréviations (notamment les ordinaux).

Exponentläge är den position en siffra, variabel, symbol, tecken, bokstav, en mer avancerad räkneoperation eller, mindre ofta, ett ord kan inneha då det sätts i mindre storlek, närmare topplinjen på en textrad (i upphöjt läge). Nottecken för fot- och slutnoter skrivs i regel som siffror i exponentläge, liksom exponenter då potenser används i matematisk text:

75^3,5x = 0,77 (läs "75 upphöjt till 3,5x är lika med 0,77")