Terp is een
Fries woord waarmee in Nederland kunstmatige
heuvels worden aangeduid, die werden opgeworpen om bij
hoogwater een droge plek te hebben. Deze
vluchtheuvels veranderden vaak in
woonheuvels, waarop soms complete dorpen werden gebouwd. Terpen kwamen voor langs de hele
Waddenkust van West-Europa; in
België,
Noord-Nederland,
Noord-Duitsland en West-
Denemarken. In Groningen en Friesland liggen samen 1190 terpen; 955 in Friesland en 235 in Groningen. In de 19e eeuw waren hiervan nog 867 over. Veel zijn erna verdwenen door afgravingen.