Een
tolhuis is een gebouw waar
tol werd betaald. Het kon daarbij gaan om een soort
invoerheffing (men spreekt dan ook wel van
accijnshuis) of om tol voor weg- of waterverbindingen (bijvoorbeeld
tolwegen of
tolbruggen). In het laatste geval was het tolhuis meestal ook de
dienstwoning van de tolgaarder of tolpachter. Tollen werden vaak ver
pacht. De tolpachter betaalde dan aan de
landsheer (later de
overheid) een bedrag per jaar voor het recht tol te heffen, inclusief bewoning van het tolhuis. In Nederland na de middeleeuwen werden de tollen vaak verpacht door de
Staten van het gewest of door de stad, later door de rijksoverheid, de provincie, of de gemeente. In de 19e en 20e eeuw werden de meeste van deze tollen in Nederland opgeheven.