Een
voorzetsel (of
prepositie) is een onverbuigbaar
woord zoals:
aan, bij, door, in, naast, om en
tussen, dat de aard van de relatie tussen verschillende elementen in de
zin aangeeft:
- Het kantoor is open vanaf tien uur.
- De fiets staat naast de brommer.
- Schilder je met een roller of een kwast?