Met de term
zachte g wordt verwezen naar een bepaalde uitspraak van de klanken die in de
Nederlandse spelling worden weergegeven met de
grafemen g en
ch. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied worden deze klanken uitgesproken als
palatale fricatieven (in het
IPA weergegeven als respectievelijk
(stemhebbend) en
(stemloos)), en niet als de
velaire fricatieven
(stemhebbend) en
(stemloos), de zogenoemde harde
g. De zachte
g kan voor de meeste Nederlanders als gemarkeerd beschouwd worden. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied is deze uitspraak algemeen. De zachte g is taalkundig gezien een tamelijk zeldzaam verschijnsel. De stemloze palatale fricatief wordt slechts door 5% van de wereldtalen gebruikt. De stemhebbende variant is nog zeldzamer, die komt slechts voor in 7 van de 317 talen die zijn opgenomen in de originele UCLA Phonological Segment Inventory. In Europa komt deze laatste klank behalve in het Zuid-Nederlands ook in het
Nieuwgrieks en het
Schots-Gaelisch voor.