De
zeven wereldwonderen van de antieke wereld verwijzen naar opmerkelijke constructies uit de
klassieke oudheid. Deze zeven bewondering en soms ontzag oproepende bouw- of kunstwerken uit de klassieke oudheid werden aangewezen door verschillende schrijvers, zoals
Philon van Byzantium (±280 - 210 v.Chr.) en
Antipater van Sidon (2e eeuw v.Chr.). Voor de Grieken had het getal zeven een magische betekenis: ze kenden zeven planeten, zeven kleuren, zeven weekdagen, zeven wetenschappen enz. Alle zeven wereldwonderen bevinden zich binnen de veroverde grenzen van het rijk van Alexander de Grote, hoewel twee ervan, de hangende tuinen van Babylon en de Piramiden, niet door Grieken zijn gebouwd.